Deze blog van Ds. Matthijs Schuurman uit Oldebroek gaat over bovenstaande vraag. Een tweede blog op deze site schrijft over hoe je missionair kunt preken
Ik citeer graag een deel van Schuurmans overwegingen en overzicht.
Heeft de kerkdienst een missionaire doelstelling?
Daar zijn de meningen over verdeeld, schrijft Schuurman. De één vindt dat elke kerkdienst een missionaire kans is. De ander vindt dat de kerkdienst dan te veel gebruikt wordt op een manier waarvoor de kerkdienst niet is bedoeld. En wat zijn argumenten in deze discussie?
Argumenten tegen
- Een kerkdienst heeft een waarde en doel in zichzelf. Ook al is evangelisatie heel belangrijk, een kerkdienst kan niet ondergeschikt gemaakt worden aan het missionaire doel.
- Een kerkdienst is een ‘eredienst van de in de naam van Jezus verzamelde gemeente’ (Peter Brunner). Deze gemeente is niet alleen de gemeente die er op uitgezonden wordt om anderen tot discipel van Jezus te maken (Mt 28:20), maar komt ook bijeen in de naam van Jezus (Mt 18:20. Dat spreekt ervoor om de samenkomst niet missionair in te vullen.
Argumenten voor
- Volgens 1 Korinthe 14 kwamen in de kerkdiensten van de eerste christenen ook buitenstaanders. Paulus roept de gemeente in dat hoofdstuk op de eredienst voor die buitenstaanders begrijpelijk te laten zijn.
- Het doel van de eredienst is dat God handelt aan mensen. In de eredienst komt God tot ons met Zijn belofte en roept Hij op om in Hem te geloven en op Hem te vertrouwen. In dat opzicht is elke eredienst missionair, omdat in elke eredienst opgeroepen wordt tot geloof.
- Ook in het missionaire werk gaat het erom dat God handelt: het missionaire werk is onderdeel van Gods missie. In die zin is er geen verschil tussen missionair handelen en de eredienst, omdat in beide onderdelen van het kerkenwerk God allereerst handelt.
De argumenten voor en tegen worden door een man als Tim Keller anders bekeken. Hij vindt bijvoorbeeld
Er zijn veel verschillende verwachtingen (N.B. over de preek) en het is de vraag hoe vaak die verwachtingen vervuld worden. Om te weten wat je wel en niet kunt verwachten, is het goed om te weten wat een prediker eigenlijk wil bereiken. Uit elke Bijbeltekst moet Christus verkondigd worden, met een oproep tot geloof en bekering, vindt Tim Keller.
Tim Keller over preken – in OnderWeg


Het artikel in Onderweg gaat dan o.m. verder met
Van Keller is bekend dat hij een gave heeft om mensen uit de (laat)moderne cultuur in het hart aan te spreken. Behalve een diepe analyse van de cultuur, kiest Keller inhoudelijk voor twee belangrijke uitgangspunten.
- Wat de inhoud betreft moet elke preek christocentrisch zijn: uit elke Bijbeltekst moet Christus verkondigd worden, met een oproep tot geloof en bekering.
- Wat vorm betreft kiest Keller met overtuiging voor de verklarende preek: elke preek is gebaseerd op een Bijbeltekst die in de preek duidelijk uitgelegd moet worden.
In zijn boek Preken benadrukt Keller steeds dat een prediker niet alleen over Christus en over de Bijbel moet spreken, maar de mensen ook voor Christus moet brengen en uit de Bijbel Christus moet verkondigen. Tim Keller over preken – in het magazine OnderWeg
In de meeste overwegingen over dit onderwerp worden zelden ‘de kinderen en jongeren en jongvolwassen in de kerk zélf ‘genoemd. Maar deze groep betreft een steeds groter wordend aantal gemeenteleden dat met beide benen in een wereld leeft van snelle media, beelden, multitasking en sociale interactie. En in een cultuur waar het christelijk geloof ouderwets en niet-vanzelfsprekend is. Een cultuur die aan elkaar hangt van soundbytes en clips die een gevoel en sfeer én inhoud overbrengt.
Een prachtige illustratie hoe inhoud en sfeer in zo’n cultuur verpakt wordt is deze YouTube over de 8 second generation / Gen Z
Eerder zette Schuurman (zie ook hierboven) de argumenten op een rij al of niet een groep aanspreken die niet gelooft. En daarna lees je dat Kelleris díe vraag voorbij is . Hij vindt: De Bijbel open, Jezus centraal stellen en vervolgens het evangelie dichtbij brengen – in de context van wereld en cultuur – en in het leven van de hoorder (al of niet gelovig)
Dezelfde Schuurman schrijft ook beschouwend over preek en jongeren. (lees meer van z’n blogs, zou ik zeggen) in een serie van drie met als onderwerp:
Hoe moet er gepreekt worden voor jongeren die zich middenin een mediacultuur bevinden?
Allereerst moet een preek jongeren wel iets te bieden hebben en daarom inhoud hebben. Bijvoorbeeld door ervaringen van jongeren te verwoorden. Daarbij kan ook aan jongeren de gelegenheid gegeven worden zelf deze ervaringen te verwoorden.
Bij de voorbereiding dient overwogen te worden wat de brandende vragen van jongeren (N.B. lees niet-christenen) zijn en op welke manier het christelijk geloof hen (N.B. idem) kan helpen bij het vinden van een antwoord.

De bovenstaande zin illustreert m.i. hoezeer een preek zowel voor jongeren als niet-christenen dezelfde elementen en voorbereiding kunnen bevatten. Een kerkdienst waar jongeren écht aangesproken worden zal vaak ook niet-christenen aanspreken.
Schuurman:
Daarbij hoeft dat antwoord niet alleen bevestigend te zijn, maar kan het antwoord dat vanuit het christelijk geloof gegeven wordt een kritische vraag aan hen zijn. Deze antwoorden zijn vaak onbekend, omdat woorden en beelden onbekend zijn.
Voor een predikant is het een uitdaging om nieuwe, hedendaagse beelden en gelijkenissen te vinden voor de ‘oude’ geloofswaarheden.
Hier kun je opnieuw hetzelfde zien: nieuwe beelden en hedendaagse contextualisatie is nodig.
Inhoud krijgt een preek ook door uit te leggen waar het christelijk geloof voor staat. De denk- en leefwereld van jongeren (N.B. en niet christenen) staat vaak haaks op de officiële leer van de kerk (relaties, seksualiteit, moraal). Jongeren verlangen niet altijd dat zij goedkeuring ontvangen voor hun levensstijl. Zij verlangen ook duidelijke regels en grenzen. Het is een kans om aan jongeren uit te leggen waarom de christelijke leer of ethiek anders is.
Dat vraagt wel van de gemeente en de predikant om een authentieke en oprechte levensstijl volgens de normen van het christelijk geloof.
De mediacultuur is alomtegenwoordig omdat in films, clips, reclames, songs e.d. de emoties geraakt worden. Het is mogelijk om uitingen uit de mediacultuur als voorbeeld te nemen bij het maken van de preek. Een fascinerend voorbeeld is de dramaturgische homiletiek van Martin Nicol. Nicol gaat in de leer bij filmregisseurs, schrijvers en componisten. Het mooie van Nicols model is dat de Bijbel en de dogmatiek een heel belangrijke rol krijgen in de preekvoorbereiding.
De mediacultuur heeft ook een negatieve kant: beelden en belevingen gaan zo snel dat men er geen tijd heeft om erbij stil te staan op welke manier men geraakt wordt. En daar liggen juist kansen voor de preek. In de preek kan een bewust tegenaccent gegeven worden. Door bijvoorbeeld jongeren mee te nemen in een concentratie op één beeld en daarmee de diepte in te gaan.
Een laatste boeiende constatering van Pock die ik wil doorgeven is de leeftijd van de predikant.
Veelal is het preken voor jongeren uitbesteed aan jonge voorgangers. Dat gebeurt vanuit de gedachte dat zij makkelijker aansluiting hebben bij jongeren en hun leefwereld. Pock wijst erop dat jongeren juist heel enthousiast kunnen worden van een oude(re) spreker. Voor katholieke jongeren waren moeder Theresa en paus Benedictus aansprekende voorbeeldfiguren. Zij hadden door hun woord of daad hen iets te zeggen. En dat geldt ook voor reformatorische jongeren, die graag afkomen op een oude predikant die hen iets te zeggen heeft. Preken met het oog op jongeren is volgens Pock geen kwestie van leeftijd. Er speelt een andere vraag: is deze spreker of predikant in staat om jongeren enthousiast te maken?
(N.a.v. Johann Pock, ‘Zwischen Videoclips und SMS. Jugendpredigt unter den Bedingen der Medienkultur’, in: Michael Meyer-Blanck / Ursula Roth / Jörg Seip (Hg.), Jugend und Predigt: Zwei fremde Welten? ÖSP 6 (München: Don Bosco Verlag 2008) 159-169.
Missionair en relevant
De discussie over al of niet missionair preken lijkt me – met het op oog op 0nze eigen jongeren – een gepasseerd station. Wil je als predikant je eigen ‘verbondsjeugd’, dus kerkmensen werkelijk aanspreken? Dan is je preek ook missionair. Want jongeren en niet-gelovigen hebben één ding gemeen. Beiden hebben het nodig Jezus te leren kennen. En eigenlijk hebben ze twee dingen gemeen: Beide groepen zul je als spreker niet meer kunnen benaderen met een goede exegese en een mooie toepassing. Het werkt niet meer.