Menu

In gesprek met kerkverlaters

Karel: God is een politieagent

Karel groeide op in een christelijk gezin en ging naar een gereformeerde school. Hij moest van zijn ouders zondags twee keer naar de kerk, mocht geen onchristelijke vrienden hebben en geen lang haar. Zijn leven zat vol verboden en verplichtingen. Via zijn ouders en de kerk kreeg hij het beeld van een God die streng is, alles in de gaten houdt en plezier verbiedt.

Op een dag zit Karel met een groep medestudenten te praten en concludeert dat de God die hij kent beperkend en onredelijk is. Hij pakt z’n spullen en verlaat de Vader en zijn kerkelijk huis. Hij vertrekt naar een ver en ander land om te gaan genieten van alles wat eerder niet mocht (Lucas 15:13). Gevolg: eindeloze ruzies met zijn ouders en een ouderling die hem driemaal ernstig vermaant. Hun gedrag bevestigt zijn ideeën over God.

Bonnenboekje

Karel heeft een fictieve God verlaten. Zijn idee van God strookt niet met de realiteit. Door ouders, school en kerk leerde hij niet een God kennen die liefdevol, genadig en vergevend is, maar een strenge politieagent. En zeg nu zelf, wie zou een God willen die altijd klaarstaat met zijn bonnenboekje en telkens dreigt met de cel/hel?
Hoe kun je nu met Karel in gesprek komen over zijn godsbeeld?
1. Begrip voelen

Probeer zijn ervaringen te begrijpen. Begin bij jezelf, misschien herken je dit uit je eigen verleden of via boeken, vrienden, gemeenteleden. Ouders en kerk zijn – nu en vroeger – niet foutloos. De sfeer in de kerk was soms niet goed, er waren kerkscheuringen, en de wereld buiten de kerk was slechts bedreigend en zondig. Karel leerde God niet kennen uit de Bijbel, maar door de verhalen en het gedrag van de mensen om hem heen. Heb dus begrip voor zijn beeld van God.

2. Begrip tonen
3. Niet in de verdediging schieten
4. Verwachten
Bedenk dat God zichzelf prima kan verdedigen

Missionair Steunpunt is

Peter Wierenga

Teamleden van Missionair Steunpunt