Is er een grens tussen wereld en kerk?
Die tweedeling van toe vind ik nu verwrongen en eenzijdig. Alsof God alleen in de kerk aanwezig is en niet in de wereld. Alsof de kerk en haar mensen alleen het heil zouden bezitten. Want uiteraard ontdekte ik dat er ook geloof en goede dingen waren in die wereld. En dat in de kerk zonde, hypocrisie en ongeloof ook aanwezig waren. Wat eens zwart-wit en duidelijk was, werd grijs en ingewikkelder. Al in mij eigen familie merkte ik dat randkerkelijkheid en kerkverlating niet alleen door ongeloof ontstonden, maar ook door teleurstelling in mensen van de kerk of stellige overtuigingen die achteraf toch minder zeker bleken. En dat twijfelaars en vragenstellers vaak te maken kregen met een veroordelende houding, die het vertrek soms veroorzaakte.
Andersom denken
Dat hele denken van toen beschreef de mensheid vooral vanuit het kerkelijke perspectief, van binnen naar buiten. Van geloof naar gezonden, van kerk naar buitenland. Voor mij werk begon ik theologen te lezen die heel anders dachten en werkten. Zo las ik een boek van Yancey, waarin God, kerk en ongeloof met veel liefde en openheid werden besproken. Zo leerde ik anders Bijbellezen en naar de kerk te kijken. Ik las over blote voeten dokters, hoorde van groepen mensen in Afrika die via de radio tot geloof waren gekomen. Zending was vaak niet meer het evangelie brengen, maar veel meer het ondersteunen van kerken daar. De rand van Nederland was niet de rand van het geloof! Wat dacht ik vroeger klein en nationalistisch!
Ik werkte ooit met Stefan Paas aan schema’s voor het boek ‘Werkers van het laatste uur’. Daarin kwam een tekening te staan van een ‘gesloten verzameling’ en een ‘middelpuntzoekende verzameling’. In de tekst van dat hoofdstuk verwees Paas naar Paul Hiebert en diens denken over de kerk.
In een onderzoek van een student van Paas worden hier woorden als grenswachter en reisgenoot gebruikt. Gaat het bij kerk of zending vooral over de grens? Om mensen van de kerk ‘naar buiten te zenden om mensen binnen te halen’? Of is het veel meewerken in een middelpuntzoekende verzameling, waar je mensen helpt ontdekken hoe mooi het hele leven gericht kan worden op God. En dat mensen ook van God weg bewegen. Reisgenoten helpen je niet zozeer een grens over… als wel dat ze mensen begeleiden op hun levensweg.. ook op het gebied van zingeving en geloof.
Later zorgde Rick Warren voor een bevestiging ervan en een omkering van perspectief in het 5C-model (later in 6C’s uitgewerkt). Hij opende mijn ogen voor het ‘van buiten naar binnen’ denken. Bekijk de rand van de kerk eens andersom: zie hoe mensen zich van buiten naar binnen bewegen – mensen komen tót God! En hoe vervolgens mensen ook weer van binnen naar buiten gaan – mensen gaan ‘er op uit’ vanwege God!
Warren baseert zijn model op de manier waarop Jezus mensen trok en hen aanmoedigde zich te committeren aan Hem en zijn Missie. De Missio Dei is dan ook Missio Ekkleisia.
De context waar je christen bent zijn de mensen (Community) van dorp of stad. Een deel van de mensen komt luisteren: publiek / de schare (Crowd). Er zijn mensen die de boodschap horen en er gevolg aan geven… ze worden kerk (Congregation). Daarbinnen bevinden zich de gelovigen (Commited) en een deel daarvan vormt het kader / oudsten (Core). Een klein deel van de commited en congregation (de Commissioned) laat zich vervolgens weer zenden!
Bijzonder detail: Warren definieert randkerkelijken als mensen die wel bij de kerk horen, maar zich – nog niet, of niet meer – toewijden aan God en medemensen.
Twee manieren van benaderen samengevoegd
De twee manieren van kijken, van binnen- en van buiten uit, kun je samenvoegen tot een ‘centered set’, een middelpuntzoekende verzameling.
De kerk heeft een trekkende kern, Christus, en zachte, haast onzichtbare ‘randen’. Er is beweging van en naar het centrum. Er zijn bijvoorbeeld mensen die naar het centrum bewegen, maar nog geen deel uitmaken van een gemeente. Maar ook zijn er kerkleden die bij Christus vandaan bewegen.
In zo’n model heeft de kerk mogelijk wel een duidelijke ledenlijst, maar lang niet altijd is duidelijk welke mensen zich ook daadwerkelijk toewijden aan God en anderen. Intimiteit en vrucht-dragen zijn immers niet te meten aan de hand van iemands kerkbezoek of lidmaatschap! Veel meer zie je het in iemands levensstijl, diens keuzes en hoor je het in gesprekken … die geven inzicht in wat een mens beweegt en op wie een mens vertrouwt in leven en sterven.
Om het nog ingewikkelder te maken: Er zijn ook mensen die (nog) niet geloven maar wel een band met Christus hebben. Die loopt via anderen (dat is verbonddenken): voor baby’s via hun ouders, voor een man via zijn gelovige vrouw. Zo kun je zien dat de Bijbel heel vaak ruimhartig is. meer soms dan wij kerkmensen. Gods verbond is vol genade en ruimte!
Inbreng van de paus
Iemand als Bas Plaisier (voorheen algemeen secretaris van de PKN) vindt dat we de term randkerkelijk moeten laten vallen omdat hij negatief en oordelend is. En wat mij betreft heeft hij gelijk. Je zou het begrip echter ook een nieuwe inhoud kunnen geven, zoals Fransiscus I dat doet in zijn eerste preek als paus.
Hij zegt dat de kerk te lang heeft gedacht, gewerkt en geopereerd vanuit het centrum. Dat het nu de hoogste tijd wordt dat gewijde kerkmensen niet meer roepen ‘kom naar de kerk’ maar dat ze er zelf op uit moeten, als christenen in en voorbij de ‘randgebieden’ aanwezig zouden moeten zijn. Zoals God ons opzocht, dienen wij anderen op te zoeken. Zelf gaf hij meteen het voorbeeld: geen voetwassing van enkele katholieken, maar het wassen en kussen van de voeten van jonge – gelovige en ongelovige – gevangenen.
Net als Franciscus van Assisi benadrukt de paus dat christenen zich moeten laten opmerken door hun levensvreugde: De vreugde doet ons op een authentieke manier getuigen van Gods ‘Blijde Boodschap’. Die vreugde is een teken van hoop, van vertrouwen, van vrijheid…
“Het is goed dat men ons niet ziet als experts in apocalyptische diagnosen of duistere oordelen, die graag ieder gevaar of afwijking benoemen (N.B.: gedrag van ‘over de rand van de kerk’), maar als vreugdevolle boodschappers van een verheven aanbod, behoeders van het goed en het schone dat een leven in trouw aan het Evangelie uitstraalt. (Paus Franciscus, De vreugde van het Evangelie, Licap, 2014, p. 109). lees hier meer…
Onze plicht
Randkerkelijkheid is vooral een term van het verleden van de gevestigde kerk die denkt dat de wereld om de kerk heen draait. En daarin zou de kerk zelf anders mogen leren denken.
Karl Barth herkende al die noodzaak. Hij schrijft in een brief:
“De kerk hoeft in de toekomst niet dezelfde vorm te hebben als nu, alsof dat de enige vorm zou zijn. Voor de voortgang en overwinning van Gods zaak dient de christelijke kerk te dienen en te getuigen. <…> Er komt een moment, en misschien is dat nu al, dat God, mogelijk tot onze onrust of ontzetting, maar tot zijn glorie en voor het heil van alle mensen, een einde zal maken aan de huidige vorm van kerk-zijn omdat het integriteit mist. <…> Ja, het kan zelfs onze plicht zijn ons vrij te gaan maken van onze afhankelijkheid van deze vorm van kerk-zijn <…>. Als kerk van God mogen we er op vertrouwen dat, mits we goed opletten, God ons die nieuwe wegen zal tonen <…>. Als mensen die aan God verbonden zijn vinden we onze zekerheid in hem en hem alleen. Want hij is de naam boven alle namen.”
Gezonden worden. Gecentered leven
Van zulke van binnenuit vernieuwde kerken en van gevonden mensen droom ik. Mensen die zich gezegend weten, mensen die eropuit gaan – buiten hun sociale groep of buiten hun geografische gebied – naar mensen in en buiten wat wij de randgebieden noemen. Mensen die op die plekken hun geloof uitleven en uitdelen. Mensen die gezegend werden, anderen tot zegen willen zijn en vervolgens ook als gezondenen anderen daadwerkelijk opzoeken om zo een zegen te zijn.
Kan je dit alles zelf? Nee. Daarvoor moet iemand zich geroepen voelen en zich gezonden weten.
De ‘grote opdracht’ van Mat 28 en de vele andere teksten waarin God z’n mensen oproept het evangelie uit te leven en uit te dragen, rechtvaardigheid en vrede te bevorderen… Die opdrachten vormen ons hart, onze beweging en, dat is wat ik hoop, ook onze kerken.